Deze pagina informeert u over bijen gerelateerde zaken.
Algemeen bijennieuws vindt u doorgaans in de kranten of TV en digitale nieuwsrubrieken.
Meer toegespitst praktisch nieuws in de magazines en websites van NBV en ImkersNederland.
Blijft over ander nieuws en informatie.
WILDE BIJ VERSUS HONINGBIJ
Er is veel te doen(zeer uiteenlopende meningen) in het publieke debat in Nederland over de verdringing van de wilde bij door de honingbij.
Het kenniscentrum insecten EIS heeft een openbare website met veel informatie hierover. Wij nodigen u uit, voor uw eigen oordeelvorming, daar een digitaal bezoek aan te brengen. Als voorproefje een deel van de daar te vinden informatie.
Adviezen plaatsing bijenkasten i.v.m. voedselconcurrentie wilde bijen
Er is inmiddels het nodige onderzoek verricht naar voedselconcurrentie tussen wilde bijen en honingbijen. In de praktijk wordt deze kennis hier en daar op verschillende manieren toegepast..
Natuurgebieden: maximaal drie bijenkasten per vierkante kilometer
De resultaten van West-Europese onderzoeken naar concurrentie tussen honingbijen en wilde bijen zijn vaak moeilijk te vertalen naar concrete richtlijnen voor maximale aantallen bijenkasten per hectare. Steffan-Dewenter & Tscharntke (2000) werkten wel met bekende aantallen bijenkasten per oppervlakte-eenheid, dus hun resultaten lenen zich hier wel voor. Zij vonden geen effect op de wilde bijenfauna bij dichtheden van drie bijenkasten per vierkante kilometer. Het lijkt verstandig om deze dichtheid als maximum te hanteren in gebieden zonder massaal bloeiende gewassen. Hierbij gaat het zowel om natuurterreinen als stedelijk gebied. In verschillende, hieronder besproken gevallen kan deze richtlijn naar boven of naar onderen worden bijgesteld.
Belangrijke wilde-bijengebieden: extra voorzorg
In gebieden met een bijzonder rijke wilde-bijenfauna of populaties van bedreigde wilde bijen zou extra voorzichtig omgegaan moeten worden met de plaatsing van bijenkasten. De kasten zouden hier zo ver mogelijk van de nestelplaatsen moeten staan, of zelfs helemaal geweerd moeten worden (zie bijvoorbeeld deze rapportage over het Dwingelderveld). Wanneer onduidelijk is of een gebied bijzondere bijenpopulaties herbergt, zou dit eerst onderzocht moeten worden. Op de Doornspijkse Heide is bovenstaande richtlijn met een factor 3 verkleind in deze rapportage van Slikboer & Smit (2019).
Massale bloei: tijdelijke versoepeling
Voor gebieden waar gedurende een bepaalde periode in het jaar massaal bloeiende planten aanwezig zijn, kan de richtlijn van drie volken per vierkante kilometer gedurende deze bloei versoepeld worden. Van der Spek (2012) geeft de volgende richtlijnen:
· Plaats honingbijen alleen tijdens de hoofdbloei van massaal voorkomende traditionele drachtplanten, die op minimaal 50 hectare voorkomen. Dus niet al
vanaf het begin van de bloei of wanneer al veel planten zijn uitgebloeid. Doe dit niet in jaren van beperkte bloei, bijvoorbeeld wanneer de heide is aangetast
door het heidehaantje.
· 0,75 volk/hectare bij bij linde en wilg
· 0,5 volk/hectare bij struikheide
· 0,25 volk/hectare bij gewone dophei en bosbes
· 0,025 volk/hectare bij wilgenroosje
Stedelijk gebied: maatwerk
Stedelijk gebied kan verrassend rijk zijn aan wilde bijen en ook de dichtheid aan bijenkasten is hier soms hoog. Voor stedelijk gebied zijn nooit speciaal richtlijnen opgesteld voor de plaatsing van bijenkasten. Het is ook moeilijk om al het stedelijk gebied over één kam te scheren: sommige buurten zijn bloemrijk doordat er veel tuinen en openbaar groen aanwezig zijn, terwijl in andere buurten voornamelijk asfalt, baksteen en beton te vinden is. Een manier om tot een plaatselijke richtlijn te komen zou kunnen zijn dat de aanwezige oppervlakte bloemrijke habitat wordt bepaald, waarop vervolgens de richtlijnen worden toegepast die hierboven voor natuurgebieden genoemd zijn. Raemakers & Faasen (2017) doen het voor de Gemeent Eindhoven anders: zij stelden bufferzones met een straal van 500 meter voor rond gebieden van bijzonder belang voor wilde bijen.
Plaatsingsbeleid in overleg met bijenhouders
Smeekens et al. (1998) adviseren om bij het bepalen van een plaatsingsbeleid voor bijenkasten altijd de dialoog te zoeken met de plaatselijke bijenhouders. Wanneer bijenvolken worden uit een gebied worden geweerd, kunnen de volken die net buiten de gebiedsgrenzen worden geplaatst toch een flink gebied bestrijken. Een plaatsingsbeleid dat in overleg met de bijenhouderij wordt vastgesteld en door hen wordt ondersteund, heeft dan ook de voorkeur.
De NCvB is van mening; voor de imker beperkende maatregelen afkondigen omdat de honingbij de wilde bij zou verdringen is symptoombestrijding. Daarmee wordt voorbij gegaan aan de oorzaak.
Sterke afname Nederlandse biodiversiteit
In Nederland daalde de biodiversiteit van ruim 40% in 1900 tot ongeveer 15% in 2000. Het verlies aan biodiversiteit is daarmee aanzienlijk groter dan elders in
Europa en de wereld. Verschraling biodiversiteit betekent minder voedsel voor de dieren waaronder wilde en honingbijen.
Forse afname akkerflora tweede helft 20e eeuw
De verspreiding van de Nederlandse akkerflora, gevolgd aan de hand van 65 kenmerkende plantensoorten, is sinds 1900 afgenomen met 35 procent. De werkelijke afname is waarschijnlijk veel groter. Vooral na 1950 namen wilde plantensoorten op akkers sterk af. Dat is juist de periode met de grootste verandering in het areaal akkers, en het erop verbouwde gewas: in de tweede helft van de 20e eeuw hebben rogge en haver veelvuldig plaats gemaakt voor snijmaïs dat wordt gebruikt als veevoer. Op rogge- en haverpercelen komen veel soorten akkerplanten voor, op maïsakkers kunnen slechts enkele soorten zich handhaven. Behalve verandering in gewas hebben ook zaadzuivering, onkruidbestrijding en intensiever grondgebruik gezorgd voor minder wilde akkerplanten.
Oplossing
De geschiedenis leert dat voor de mens schaarste altijd heeft geleid tot oorlog. Als het nou ging om water, voedsel of bodemschatten. De mens is geen uitzondering
in het totaal van flora en fauna. Andere dieren volgen hetzelfde patroon en zullen elkaar vanwege die schaarste verdringen. Doe dus iets aan die schaarste!!!!!!!!
Van het huidige grondgebied in Nederland wordt momenteel grofweg 30 procent gebruikt voor wonen en ruim 15 procent voor natuur. De andere helft is
landbouwgrond.
De overheid moet in overleg met de boeren komen tot een meer natuurlijke inrichting van dat areaal waarbij ook het gebruik minder intensief moet worden
georganiseerd. Dat levert voedsel voor o.a. de insecten op die elkaar dan niet meer hoeven te verdringen om aan eten te komen.
GENEESKRACHTIGE WERKING BIJENPRODUCTEN
Wij willen u ook informeren over curatieve gezondheidseffecten van bijenproducten. Dat kunnen we het beste doen door u te verwijzen naar de website van
PubMed. Vrijwel alle medisch belangrijke publicaties van de laatste tientallen jaren zijn daarin te vinden, over het algemeen met minimaal een samenvatting
van het artikel, soms met een link naar het complete artikel. Website adres: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/
Om u en idee te geven wat er m.b.t. bijenproducten te vinden is een paar samenvattingen van publicaties.
(1)Klinisch gerandomiseerde studie van bijensteektherapie voor reumatoïde artritis
(2)De klinische en kosteneffectiviteit van verband met bijenhoning bij de behandeling van diabetische voetulcera
(3)Effect van honing op febriele neutropenie bij kinderen met acute lymfoblastische leukemie
Mamdouh Abdulmaksoud Abdulrhman , Ahmad Alsaeed Hamed , Sahar Abdelmaksoud Mohamed , Nouran Abdel Aal Hassanen
(4)Effect van lokale toediening van propolis bij chronische parodontitis
Ryoma Nakao , Hidenobu Senpuku , Makoto Ohnishi , Hideki Takai, Yorimasa Ogata
Heeft u vragen? Neem contact met ons op!